Je komt op heel kwetsbare grond

 

Donderdag 10 februari werd ik benaderd door Joyce Smits van de Steenwijker/ Meppelercourant of ik een interview wilde geven over mijn visie op ‘meer praten over de dood’ naar aanleiding van de nieuwe campagne van SIRE.

 

‘Je komt op heel kwetsbare grond’

 

Therapeut Annelie Lengkeek wil dat er meer wordt gepraat over de dood

 

Onna – Ze is nog maar 39 jaar en verloor reeds beide ouders. Acht jaar geleden moest ze afscheid nemen van haar moeder, anderhalf jaar geleden stierf haar vader. In de verwerking van deze verliezen ontdekte Annelie Lengkeek hoe belangrijk het is om te praten in een rouwproces. Het heeft absoluut meegespeeld om aan haar opleiding tot psychosociaal therapeut de training Begeleiden rouw en verlies toe te voegen. Ze is graag dat luisterend oor dat nabestaanden zo nodig hebben. „Door er samen over te praten kom je op heel kwetsbare grond,” aldus Annelie Lengkeek.

Maar juist dat praten over de dood is niet voor iedereen makkelijk. „We doen vaak of de wereld maakbaar is. We kunnen heel veel, maar zodra we iets of iemand verliezen of iets mislukt, vinden we het moeilijk om het daarover te hebben. Naar buiten doen we of alles leuk is, maar in de kern is dat niet zo.”

De in Dalfsen geboren Lengkeek is getrouwd en moeder van drie kinderen van 13, 11 en 9 jaar oud. Met haar gezin is ze woonachtig in Onna, haar praktijk Sprankjelicht bestiert ze in Zuidveen. Voorafgaand aan haar stap om therapeut te worden, was ze tien jaar werkzaam als verpleegkundige op de afdeling chirurgie in het Isala-ziekenhuis in Meppel. „Dat heb ik met hart en ziel gedaan, maar ik wilde doorleren. Daar waren mogelijkheden voor, maar die pasten niet zo goed binnen het gezin.”

Als ZZP’er ging ze aan de slag met haar onderneming in verkoop en advies van reinigings- en onderhoudsproducten. „Dat liep uit de hand,” lacht ze. „Dat gaf ook druk in het gezin, waarop ik de stekker eruit heb getrokken. Toen heb ik een jaar niks gedaan. Een sabbatical. En ik ben gaan denken: wat was het nou in de zorg dat me zo aantrok? Ik kwam erachter dat dat toch was het luisterend oor te zijn. Als iemand een operatie had ondergaan, als iemand midden in de nacht niet kon slapen of als iemand naar huis moest met een vervelende boodschap. “Dan nam ik graag de tijd om naar iemand te luisteren”.

Het roer ging om. Ze volgde de 4-jarige opleiding tot psychosociaal therapeut die ze in juli 2021 afrondde. In oktober vorig jaar volgde ze de training Begeleiden bij rouw en verlies. Zo kan ze sindsdien in haar praktijk Sprankjelicht in Zuidveen naast individuele begeleiding en therapie en hulp bij hooggevoeligheid ook rouw- en verliesbegeleiding aanbieden.

‘Rouwen kunnen we niet alleen, daar hebben we anderen voor nodig’

Landelijke campagne

Ze is blij met de landelijke campagne die SIRE deze week startte om mensen ertoe aan te zetten meer te gaan praten over de dood. „Er rust een taboe op. En de bekende mythe: na een jaar moet het maar klaar zijn. Vaak hebben we een beeld bij verlies: diegene zal het wel moeilijk hebben. Ik hoor zo vaak: had ik nog maar dit gedaan, had ik nog maar dat gezegd. Zo komt er vaak een schuldgevoel boven.” Door erover te praten stel je je kwetsbaar op, maar juist in die kwetsbaarheid kunnen we als mensen verbinding met elkaar maken. Rouwen kunnen we niet alleen, daar hebben we anderen voor nodig.

„Ik hoop dat door de campagne mensen het gesprek aan durven gaan over de dood. Voor nabestaanden is het bijvoorbeeld fijn om te weten wat de wensen zijn van de overledene m.b.t. de uitvaart, maar ook simpele dingen zoals iemands lievelingskleur, mooiste herinnering of favoriete boek of film. Als iemand er niet meer is, kun je het nooit meer vragen. Ik heb het bij mijn eigen moeder meegemaakt. Ik denk weleens: Mam, dit had ik je nog willen vragen. Ondanks het feit dat het duidelijk was dat ze zou overlijden, was daar geen opening voor” .

Annelie Lengkeek is groot fan van het televisieprogramma Over Mijn Lijk, waarin een jaar lang ongeneselijk zieke jongeren worden gevolgd. „Superknap. Dat doorbreekt dat taboe.”

‘Psychosociale therapie’

Lang dacht ze na over de naam van haar praktijk. Uiteindelijk werd het Sprankjelicht. „Eigenlijk heeft mijn man hem bedacht toen we elkaar aan de telefoon hadden!,” lacht ze. Sprankjelicht is op tweeërlei wijze uit te leggen. Het is aan de ene kant Lengkeeks verlangen om een ‘sprankje licht’ te brengen als het donker is om iemand heen. Daarnaast wil ze mensen begeleiden naar „verlangens van hun hart”, zoals ze het zelf omschrijft, zodat zij weer kunnen sprankelen. Sprank-je-licht dus.

Als psychosociaal therapeut behandelt Lengkeek tijdelijke problematiek bij geestelijk gezonde mensen. De opleiding was pittig. „Ik moest werken aan mezelf, moest mijn eigen proces door. Je kunt iemand anders niet verder helpen dan tot het punt waar je zelf bent gekomen. Psychosociale therapie is laagdrempelig. De cliënt staat centraal met zijn of haar hulpvraag. Tijdens de sessies sluit ik zoveel mogelijk bij de cliënt aan en kies ik voor een therapievorm die bij hem of haar past. Ik probeer ook te prikkelen, iemand uit z’n comfortzone te halen, omdat dit helpend kan zijn voor het proces.”

‘Rouw gaat nooit over’

Lengkeek werkt vanuit een christelijke levensvisie. „De mens is uniek geschapen en bestaat uit een geest, ziel en lichaam. Ieder mens heeft eigen kwaliteiten en talenten ontvangen en elk leven heeft zin, ook als je het zelf niet meer zo ervaart.”

En bij dat leven hoort ook dood en verlies. „Het kan ook gaan om het verlies van een huisdier, je werk, of dat je nog steeds last hebt van het feit dat je nooit het kind hebt kunnen zijn dat je wilde zijn. Rouw is heel divers. Ieder rouwproces is verschillend, er is geen spoorboekje voor. Eén ding is zeker: rouw gaat nooit over. Maar ik help graag om mensen te plek te vinden voor hun tranen en moed om het leven stap-voor-stap weer op te pakken.

Joyce Smits

 

Lees meer over rouw- en verliesbegeleiding bij Sprankjelicht

Dit artikel is ook te lezen op Mensenlinq

 

Krantenartikel Sprankjelicht 2